MS komt vooral voor in landen met een gematigd klimaat en bijna niet in de tropen. MS zou daarom veroorzaakt kunnen worden door een virus dat alleen in een gematigd klimaat voorkomt. Er bestaan inderdaad virussen die wel in een gematigd klimaat kunnen leven, maar niet in de tropen. Virussen zijn namelijk erg afhankelijk van temperatuur. MS zou veroorzaakt kunnen worden door zo’n virus.
Als MS wordt veroorzaakt door een virus dat alleen in een gematigd klimaat voorkomt, zou emigratie naar de tropen de kans op MS kleiner moeten maken, omdat zo’n virus daar niet voorkomt. Het blijkt dat, als mensen vóór hun vijftiende emigreren naar de tropen, hun kans om MS te krijgen even klein wordt als bij de bewoners van hun nieuwe land. De kans op MS wordt dus inderdaad kleiner. Maar het blijkt ook dat, als mensen ná hun vijftiende emigreren van een gematigd klimaat naar de tropen, zij dezelfde kans op MS houden als de mensen in hun vaderland.
Hieruit valt af te leiden dat er vóór het vijftiende jaar iets gebeurt wat bepaalt of iemand meer of minder risico loopt om MS te krijgen. Het zou kunnen dat dit een infectie met zo’n virus is. Omdat de meeste mensen pas klachten krijgen van MS ná hun vijftiende jaar, betekent dit bovendien dat wanneer iemand besmet wordt met dit ‘MS-virus’, de gevolgen daarvan (MS) pas jaren later duidelijk worden.
Andere ziekten die op MS lijken, waarbij de klachten pas lang na besmetting optreden, worden inderdaad door virussen veroorzaakt. Het is dus mogelijk dat MS door een virus wordt veroorzaakt, maar dit virus is nooit gevonden. De laatste jaren wordt het steeds minder waarschijnlijk geacht dat een virus de (enige) oorzaak is van MS.
Het feit dat MS op de hiervoor beschreven manier over de wereld verspreid is, maakt het ook mogelijk dat andere factoren die aan bepaalde landen gebonden zijn een rol spelen. Bijvoorbeeld: voeding, hygiënische omstandigheden of andere gewoonten. De invloed hiervan is niet duidelijk.
MS is niet erfelijk. Toch blijkt MS wat vaker voor te komen in de naaste familie van iemand met MS. Om dit te verklaren neemt men aan dat erfelijke factoren wel een rol spelen, maar dat dingen uit de omgeving (zogenaamde omgevingsfactoren) minstens zo belangrijk zijn.
Erfelijke factoren maken dat iemand aanleg
voor MS heeft. Omgevingsfactoren kunnen er dan voor zorgen dat deze
aanleg ‘actief’ wordt en dat iemand MS krijgt. Als deze
omgevingsfactoren niet aanwezig zijn, treedt geen MS op. Het is niet
duidelijk om welke omgevingsfactoren het zou kunnen gaan. Het kan
bijvoorbeeld een infectie met een virus zijn, maar ook
voedingsgewoonten, invloeden van hormonen of leefgewoonten zouden een
rol kunnen spelen. Erfelijkheid speelt bij het ontstaan van MS dus maar
een kleine rol. Dat betekent onder meer dat het hebben van MS géén reden
hoeft te zijn om geen kinderen te krijgen.
Overgevoeligheidsziekte
Het menselijk afweersysteem (immuunsysteem) zorgt ervoor dat schadelijke stoffen die het lichaam binnendringen, onschadelijk worden gemaakt (bijvoorbeeld bacteriën). Het komt soms voor dat het afweersysteem stoffen van het eigen lichaam aanvalt en afbreekt. Een dergelijke ziekte wordt een overgevoeligheidsziekte genoemd (auto-immuunziekte). Het kan zijn dat dit bij MS ook het geval is. De harde plekken die bij MS in het centrale zenuwstelsel ontstaan, zouden namelijk heel goed veroorzaakt kunnen worden door zo’n overgevoeligheidsreactie. Infectie met een virus zou deze overgevoeligheidsreactie kunnen uitlokken.