Wat is MS?
Multiple sclerose (MS) is een ziekte van het centrale
zenuwstelsel: de hersenen en het ruggenmerg. Het centrale zenuwstelsel
kan bepaalde signalen niet goed verwerken, doordat de isolatielaag (de
myeline) rondom de zenuwbanen is aangetast. Een aantal lichaamsfuncties
kan hierdoor niet meer of niet meer optimaal werken. De plaats waar deze beschadiging zit bepaald welk deel van je lichaam uitvalt of niet na behoren werkt.
De
aantasting van deze isolatielaag geschiedt door het afweersysteem van
ons lichaam: het immuunsysteem. Bepaalde cellen van dit systeem breken
de isolatielaag af. Waarom dit gebeurt is helaas nog niet bekend.
Onderzoekers vermoeden dat erfelijke factoren de vatbaarheid voor de
ziekte bepalen. Ook denken zij aan de invloed van bepaalde virussen.
Verder onderzoek moet meer duidelijkheid verschaffen.
MS is zeer ingrijpend zowel voor de persoon zelf als
voor zijn of haar omgeving. De ziekte begint meestal bij mensen tussen
de 20 en 45 jaar. In Nederland hebben ongeveer 16.000 mensen MS. Aan het
stellen van de diagnose gaat regelmatig veel onzekerheid vooraf. Bekende klachten van MS zijn :
- Oogklachten (neuritis retrobulbaris = ontsteking nervus opticus
(oogzenuw)) - Bijvoorbeeld centraal scotoom (gezichtsuitval), stoornis
in kleur zien, pijn bij oogbewegingen, bleekheid van pupil en
stoornissen in uitwendige oogmotoriek (dubbel zien)
- Vermoeidheid, duizeligheidsaanvallen en misselijkheid
- Stijve spieren, verzwakking en parese van aangezichtsspieren (parese = onvolledige verlamming)
- Sensorische klachten
- Sensibele stoornissen in gelaat, paresthesieën (tintelingen),
branderig gevoel, jeuk enz. In het algemeen meer gnostische (gevoel) dan
vitale (warm/koud, scherp/stompgevoel) uitval. Typisch bij MS is het symptoom van Lhermitte. Bij het buigen van het hoofd treden paresthesieën langs rug en armen op.
- Ataxie (coördinatiestoornis)
- Tremoren (stuurloosheid van beweging) en spasmes
- Intentietremor - Geen trilling in de hand bij rust, maar als er actie wordt ondernomen.
- Incontinentie
- Constipatie, hyperreflexie van blaas en blaasatonie - Onvoldoende samentrekking (atonie) of juist het tegenovergestelde (hyperreflexie)
- Seksuele stoornissen
- Cognitieve stoornissen
- Vooral in latere (ernstigere) stadia treedt cognitieve achteruitgang
op. Voorbeelden hiervan zijn: geheugenstoornissen,
persoonlijkheidsveranderingen, psychotische episoden (hallucinaties en
denkstoornissen), stemmingsstoornissen (euforie en depressie) en
intellectuele stoornissen van abstratievermogen (uit alternatieven de juiste keuze maken) en begripsvorming.
- Spraakstoornissen, waaronder
- Dysartrie - Onvermogen tot correcte uitspraak door stoornis in de articulatie
- Parafasie - Verwisseling van woorden, onvolledige vorm van afasie
- Agnosie - Niet kunnen benoemen van voorwerpen